Als een dader veroordeeld werd en zijn straf uitzit, zijn er wettelijke verplichtingen om slachtoffers over bepaalde beslissingen in te lichten. Bijvoorbeeld als de veroordeelde tijdelijk de gevangenis mag verlaten omwille van penitentiair verlof of bij de definitieve invrijheidstelling. Helemaal in het begin van de strafprocedure, als het onderzoek nog loopt, bestaat die wettelijke informatieplicht niet. Een slachtoffer moet dus niet op de hoogte gebracht worden indien de verdachte die aangehouden werd, weer wordt vrijgelaten.

Gemoedsrust slachtoffers

Voor Kamerlid Sophie De Wit is dat onderscheid niet logisch: “Als je slachtoffer werd van bedreigingen en geweld, dan wil je toch weten wanneer de verdachte van die feiten weer wordt vrijgelaten? Dat is heel belangrijk voor de gemoedsrust van slachtoffers, zodat zij zich daarop kunnen instellen en niet onvoorbereid de verdachte toevallig ergens tegen het lijf lopen.” Ook de Europese Slachtofferrichtlijn bepaalt dat slachtoffers in zo’n geval recht hebben op informatie. 

Zwaarwichtige feiten

Omdat ook de rechten van verdediging gerespecteerd moeten worden, zal het toepassingsgebied van het informatierecht beperkt zijn tot die strafbare feiten die een aantasting of bedreiging van de fysieke en/of psychische integriteit uitmaken. Het gaat dan om zwaarwichtige feiten waarbij kan worden aangenomen dat deze een aanzienlijke impact op het slachtoffer hebben. “In dat geval is het gerechtvaardigd het recht op informatie voor het slachtoffer meer te laten doorwegen dan het risico op schadeberokkening bij de verdachte. We willen met dit wetsvoorstel dan ook meer inzetten op de belangen van slachtoffers binnen de strafprocedure. Zij worden nog al te vaak over het hoofd gezien,” besluit De Wit.
 

Onderwerpen